Château Jean Faure

Is er een nauwere verstrengeling denkbaar dan die tussen bodem en druivenplant? De bodem voedt de plant, de plant voedt de bodem. En is het niet heerlijk als die verbintenis mooie, rijpe druiven oplevert en uiteindelijk een fantastisch glas wijn? Bij Château Jean Faure, grand cru classé in Saint-Émilion, heb je zo’n intens gelukkig huwelijk tussen klei en cabernet franc.

Het bedrijf, dat 18 hectare aaneengesloten wijngaard bezit, ligt dicht bij Pomerol en in de buurt van grootheden als Cheval Blanc en La Dominique. De bodem heeft – uitzonderlijk voor de streek – een ondergrond van vruchtbare klei die zich tot 1 meter diep uitstrekt. En daar haalt met name cabernet franc ongelooflijk veel energie uit, zo formuleren ze het bij Jean Faure zelf. ‘Ze’, dat zijn eigenaars Anne en Olivier Decelle, van wie de laatste zijn carrière begon in onder meer de verkoop van diepgevroren voedsel, en technisch directeur Marie-Laure Latorre, afkomstig uit de recruitment business. De wijn van dit château bevat dan ook een ongebruikelijk hoog aandeel cabernet franc: bij voorkeur meer dan 50%. Daarnaast staat er merlot en een klein deel malbec aangeplant.

Dat er biologische landbouw wordt bedreven en dat het bedrijf bezig is met de overstap naar biodynamisch, spreekt bijna vanzelf. In de kelder wordt met evenveel zorg en aandacht gewerkt: vergisting van hele trossen, blending aan het begin van het rijpingsproces, rijping in een combinatie van kleine en grote houten vaten en betonnen tanks, geen toegevoegd sulfiet.

De daadkrachtige Decelle en Latorre hebben na de overname in 2004 een sprankelend nieuw bedrijf tevoorschijn getoverd uit een château dat in 1985 gedeclasseerd werd en sindsdien moeizaam voort worstelde. In 2012 herwon het de status van grand cru classé. Die tomeloze energie van bodem, wijnstok en mens spreekt ook uit de wijn. Die is puur en fris: wijn die lééft.